Kernenergie blokkeert de overstap naar hernieuwbare energie
De kerncentrales staan de verdere groei van hernieuwbare energie in de weg. Door de verlenging van de levensduur van Tihange 1, Doel 1 en Doel 2 zullen er meer momenten zijn waarop er te veel energie geproduceerd wordt in België. Het gevolg: windmolens zullen stilgelegd worden.
Bovendien leidt het overaanbod kernenergie er ook toe dat de rentabiliteit van flexibele gascentrales daalt. Deze gascentrales produceren een flexibele vorm van energie, en hebben we in een overgangsperiode nodig als aanvulling op de productie van energie uit hernieuwbare bronnen zoals zon en wind.
De technische kant: 'basislast' versus 'variabel'
Kernenergie is een onflexibele energievorm. Dit wil zeggen dat een kerncentrale niet zomaar stilgelegd kan worden als de energievraag lager is en/of de productie van hernieuwbare energie hoger is (bijvoorbeeld door veel wind). De reacties die plaatsgrijpen in een kernreactor (het splijten van de atoomkernen van uraniumdeeltjes) gaan dag en nacht door. Hierdoor levert een kerncentrale een constante hoeveelheid stroom aan het elektriciteitsnet, dat stroom vanuit de elektriciteitscentrales naar de eindgebruikers brengt (zie de constante curve in Figuur 2). Deze constante input aan elektriciteit wordt de “basislast” (baseload) genoemd.
In tegenstelling tot kerncentrales is de hoeveelheid stroom die hernieuwbare energiebronnen aan het elektriciteitsnet leveren, niet steeds even groot (zie pieken en dalen in Figuur 2). Hoeveel energie een windmolen op een bepaald moment opwekt, hangt af van de hoeveelheid wind. En een zonnepaneel zal meer stroom aan het elektriciteitsnet leveren op zonnige dagen dan op bewolkte dagen. Daarom zijn windmolens en zonnepanelen voorbeelden van variabele energiebronnen.
Basislast = blokkage
Het probleem: basislast-bronnen en variabele bronnen gaan niet samen. De basislast die de kerncentrales constant leveren, 'bezetten' het elektriciteitsnet. Op momenten dat er meer energie geproduceerd wordt dan verbruikt (en als deze overcapaciteit niet naar het buitenland geëxporteerd kan worden), moeten er dus energiecentrales stilgelegd worden. Omdat je een kerncentrale niet zomaar even kunt uitzetten, zijn de gascentrales en hernieuwbare energiebronnen de dupe. Dit betekent dat op momenten dat mensen weinig elektriciteit verbruiken, bijvoorbeeld 's nachts of in de zomer, windmolens in de toekomst stilgelegd moeten worden (zie Figuur 2).
Kortom: de basislast op het elektriciteitsnet die de kerncentrales produceren, blokkeert het gebruik en van flexibele energiebronnen, zoals windturbines en zonnepanelen, en ook gascentrales.
Naar 100% hernieuwbaar
Op die manier komen we nooit aan de 100% hernieuwbare energie die nodig is om de klimaatverandering te counteren. Voor de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen is het cruciaal dat de basislast uit het elektriciteitssysteem verdwijnt en dat ons elektriciteitsnet flexibel wordt. Dit bevestigen hoogspanningsnetbeheerder ELIA en energieregulator CREG. Kerncentrales moeten plaats maken voor hernieuwbare energiebronnen, in een tussenfase aangevuld met flexibele gascentrales. Daarnaast moeten we onze vraag meer opschuiven in functie van de productie, bijvoorbeeld door elektrische auto's op te laden wanneer de wind waait, en zal opslag helpen om overtollige elektriciteit op te slaan om te gebruiken op momenten van schaarste.
En wat als...
En wat als er technieken zouden ontwikkeld worden die het mogelijk maken om kerncentrales flexibel te laten inspelen op de variabele energievraag?
De bestaande kerncentrales zouden in zeer beperkte mate hun stroomproductie een beetje kunnen bijregelen, maar hier komen belangrijke technische en veiligheidsbeperkingen bij kijken. Bovendien zouden zulke ‘flexibele kerncentrales’ in de toekomst zeer moeilijk rendabel blijven en bieden dus geen oplossing. Kernenergie is immers een kapitaalintensieve en dure energievorm. In een systeem met meer hernieuwbare energie zouden de nucleaire centrales zo weinig stroom kunnen produceren dat de rendabiliteit ervan in het gedrang komt.
Figuur 2 - Deze grafieken uit het ontwikkelingsplan van ELIA illustreren hoe er in de zomermaanden in 2020 (en dit zelfs zonder een levensduurverlenging van Doel 1 en Doel 2) regelmatig situaties van overcapaciteit op het elektriciteitsnet dreigen voor te komen. Hierdoor bestaat de kans dat we windmolens moeten afschakelen.