Kernenergie is duur

Een kerncentrale bouwen is een financieel risico

Kernenergie is geen economisch interessante keuze. Uit studies van onder meer Citibank en het Internationaal Atoomagentschap blijkt dat de bouw en het beheer van een nieuwe kerncentrale enorme technologische en financiële risico's met zich meebrengt. Dit is o.a. te wijten aan de hoge constructiekosten, de waarschijnlijke vertragingen bij de bouw en de onzekerheid over de energieprijzen. De analyse 'New Nuclear – the economics say no' van de Citibank Groep concludeert dat “sommige van de risico's die ontwikkelaars lopen zo groot en variabel zijn, dat zelfs elk van die risico's afzonderlijk de grootste energiemaatschappij op de knieën zou kunnen krijgen.”

De weinige voorbeelden van nieuwe kerncentrales die reeds in aanbouw zijn, zoals Olkiluoto 3 in Finland, zijn tekenend. In 2004 werd gestart met de bouw van deze nieuwe centrale die vanaf mei 2009 elektriciteit zou moeten produceren. Maar vandaag produceert Olkiluoto 3 nog altijd geen elektriciteit. Bovendien lopen de kosten van de centrale torenhoog op. Terwijl bij de opstart sprake was van een investering van 3 miljard euro, is er nu al meer dan 8 miljard euro gebudgetteerd.

De economische toekomst van kernenergie in geliberaliseerde markten is dan ook bijzonder onzeker. Omdat voor de bouw van een kerncentrale enorm veel kapitaal nodig is, kunnen nieuwe centrales enkel met royale staatssteun gebouwd worden. Engeland bevestigt: in 2014 gaf de Europese Commissie toestemming aan het Verenigd Koninkrijk om stevige subsidies toe te kennen aan Électricité de France (EDF) voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. De Engelsen mogen hierdoor gedurende 35 jaar een fikse toeslag op hun energiefactuur verwachten.

Hernieuwbare energie wordt steeds goedkoper

Kernenergie is de enige energietechnologie die in de loop der jaren duurder in plaats van goedkoper werd, ze heeft een 'negatieve leercurve' zoals Figuur 3 illustreert.

Bouwkost

Figuur 3 - Gemiddelde en minimum- en maximumbouwkost voor een kernreactor voor het jaar van de oplevering voor de VS en Frankrijk, tegenover de cumulatieve afgewerkte capaciteit (bron: climateprogress)

Ondertussen worden zonne- en windenergie steeds goedkoper. Zonnepanelen kunnen vandaag in Vlaanderen al zonder subsidies. Wereldwijd daalde de kostprijs van zonnepanelen tussen 2010 en 2015 met 66%, die van wind met 30%.

Verschillende studies tonen aan dat hernieuwbare energie de toekomstgerichte en financieel interessantste keuze is voor een elektriciteitssysteem zonder CO2.

Oude kerncentrales betekenen geen lagere stroomfactuur

Een levensduurverlenging van onze kerncentrales zorgt niet voor een lagere energiefactuur, althans niet voor de kleine consumenten zoals gezinnen en kmo's. De prijsvorming van energie is complex en gebeurt op Europees gekoppelde energiemarkten. De hoogte van de energieprijs is niet alleen afhankelijk van de verschillende bronnen die de energie leveren, maar ook van de mate van koppeling met de buurlanden, de concurrentie tussen verschillende spelers enzovoort. Het is wel duidelijk dat de combinatie van een zeer grote hoeveelheid basislast aan elektriciteit (kernenergie in België en bruinkool in Duitsland) in combinatie met een groeiend aandeel zonne- en windenergie, die gratis energie leveren, zorgt voor sterk dalende prijzen op de groothandelsmarkt van elektriciteit.

Year ahead prijs

Figuur 4 - Gemiddelde year-ahead future prijs voor elektriciteit, per jaar (in €/MWh). Bron: CREG, 2015, Nota (Z)160114-CDC-1506

De industriële grootverbruikers profiteren van deze lagere energieprijzen, in tegenstelling tot de kleine consument zoals u en ik. De industrie koopt haar elektriciteit rechtstreeks op de groothandelsmarkt, of onderhandelt voordelige energiecontracten met grote energieproducenten zoals de nucleaire producent Electrabel. Daarnaast is de industrie grotendeels vrijgesteld van de bijdragen die wij betalen voor de ondersteuning van hernieuwbare energie. Die bijdragen vormen voor de kleine consument het leeuwendeel van de energiefactuur en blijven jaar na jaar stijgen.

Door de lage energieprijzen op de energiemarkten wordt vandaag geen enkele nieuwe energiecentrale meer gebouwd zonder steun. Niet alleen hernieuwbare energie heeft steun nodig om rendabel te zijn, ook gascentrales komen aankloppen voor subsidies. De levensduurverlenging van de kerncentrales zal zorgen voor een verdere neerwaartse druk op de energieprijzen op de groothandelsmarkt. Gas en hernieuwbare energie gaan hierdoor meer steun nodig hebben. Wie gaat die extra steun betalen? Niet de industrie, wel de kleine consumenten.

Doel 1 en 2 openhouden kost de burger handenvol geld

Het geld dat nodig is om de levensduur van Doel 1 en 2 te verlengen, zijn kosten op het sterfhuis. Het oplappen van Doel 1 en Doel 2 zou 700 miljoen euro kosten. In Tihange 1 investeert Electrabel meer dan 600 miljoen. Dit geld kan veel beter geïnvesteerd worden in duurzame alternatieven die al op korte termijn renderen.

De grote winnaar in dit verhaal is Electrabel, die onrechtmatige winsten maakt door de uitbating van afgeschreven kerncentrales. Bovendien bedong Electrabel in de politieke achterkamers afspraakjes met de regering. Zo krijgt de energiegigant (door een inperking van de nucleaire taks) zijn investeringen terugbetaald én strijkt het bedrijf een mooie schadevergoeding op als de regering besluit de levensduurverlenging ongedaan te maken. Elke andere heffing op de eigendom of uitbating van de kerncentrales wordt uitgesloten. Een nucleaire brandstoftaks naar Duits model wordt dus onmogelijk.

Bovendien is de vergoeding volledig aftrekbaar van de vennootschapsbelasting en recupereren de uitbaters zo een groot deel ervan. Voor Tihange 1 gaat het zelfs zo ver dat Electrabel eenzijdig kan beslissen om die kerncentrale te sluiten als de centrale niet rendabel meer is. Maar als het de regering is die die beslissing neemt, dan moet ze een schadevergoeding betalen. De genereuze voordelen ruiken sterk naar staatssteun en dreigen een schending van de Europese concurrentieregels te vormen, onder andere volgens de Raad van State. De Raad van State liet overigens ook al herhaaldelijk verstaan dat dergelijke afspraken niet thuis horen in een conventie. Dergelijke ingrijpende beslissingen moeten onze beleidsmakers regelen met een wet, niet met politiek handjeklap.